Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/981
Mishandeling (art. 300 jo. 304 Sr) en wederrechtelijke vrijheidsberoving (art. 282 Sr) van zijn kinderen door vader uit Bunschoten-Spakenburg. Strafoplegging onbegrijpelijk dan wel ontoereikend gemotiveerd? Bij behandeling zaak in e.a. en in h.b. een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan voorarrest bepleit. Mede in reactie daarop heeft Rb uitvoerig uiteengezet waarom zij tot oplegging van onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaren is gekomen. Hof heeft strafoplegging in zoverre bevestigd en tot uitdrukking gebracht zich met door Rb genoemde gronden te verenigen. Hof heeft strafoplegging daarmee niet onbegrijpelijk gemotiveerd en was niet gehouden tot nadere motivering. Daaraan doet niet af dat hof niet afzonderlijk is ingegaan op wat in h.b. voor het eerst naar voren is gebracht, i.h.b. over beroerte verdachte, nu raadsman beroerte slechts in algemene zin heeft genoemd, terwijl over in h.b. ingebrachte rapport niet inhoudt dan citaat waarin in algemene bewoordingen wordt gewezen op voor verdachte negatieve gevolgen van gevangenisstraf. Volgt verwerping. Samenhang met 20/03617 (NJ 2022/976).
HR 11-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1404
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/03613
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1404, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:718, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2022
Essentie
Mishandeling (art. 300 jo. 304 Sr) en wederrechtelijke vrijheidsberoving (art. 282 Sr) van zijn kinderen door vader uit Bunschoten-Spakenburg. Strafoplegging onbegrijpelijk dan wel ontoereikend gemotiveerd? Bij behandeling zaak in e.a. en in h.b. een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan voorarrest bepleit. Mede in reactie daarop heeft Rb uitvoerig uiteengezet waarom zij tot oplegging van onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaren is gekomen. Hof heeft strafoplegging in zoverre bevestigd en tot uitdrukking gebracht zich met door Rb genoemde gronden te verenigen. Hof heeft strafoplegging daarmee niet onbegrijpelijk gemotiveerd en was niet gehouden tot nadere motivering. Daaraan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.