Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/963
Procesrecht. Onrechtmatige daad. Deskundigenverklaring (art. 198 Rv); maatstaf.
HR 14-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1445
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
21/02117
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1445, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:298, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑06‑2021
- Wetingang
Art. 198 Rv
Essentie
Procesrecht. Onrechtmatige daad. Deskundigenverklaring (art. 198 Rv); maatstaf.
Samenvatting
De deskundige dient de opdracht onpartijdig en naar beste weten te volbrengen (art. 198 lid 1 Rv). Daarbij dient hij de zorgvuldigheid in acht te nemen die mag worden verwacht van een redelijk handelend en redelijk bekwaam deskundige bij uitbrengen van een deskundigenbericht in een gerechtelijke procedure. Wat die zorgvuldigheid in een concreet geval inhoudt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard en de inhoud van de opdracht, de aard en ernst van de betrokken belangen en de rol van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.