Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/979
Van ‘ertoe bewegen’ in art. 248d Sr is sprake als het slachtoffer (mede) door een actieve gedraging van verdachte ertoe is gebracht getuige te zijn van seksuele handelingen.
HR 11-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1422
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
21/00500
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1422, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:781, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑11‑2021
- Wetingang
Art. 22 Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (Verdrag van Lanzarote); art. 248d Sr
Essentie
Mede gelet op de wetsgeschiedenis bij art. 248d Sr is sprake van ‘ertoe bewegen’ als het slachtoffer (mede) door een actieve gedraging van de verdachte ertoe is gebracht getuige te zijn van seksuele handelingen.
Samenvatting
Er is sprake van het in art. 248d Sr bedoelde ‘ertoe bewegen’ als het slachtoffer (mede) door een actieve gedraging van de verdachte ertoe is gebracht getuige te zijn van seksuele handelingen. Het hof heeft mede op basis van zijn vaststellingen, waaronder actieve gedragingen van verdachte bestaande uit het (blijven) aankijken van de vier langs hem fietsende jongens van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.