Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/982
Poging verkrachting van 10-jarig meisje in woning, art. 242 Sr. Getuigenverzoek, art. 315 jo. 328 Sv. Verzuim te beslissen op ttz. in h.b. gedaan voorwaardelijk verzoek tot horen verbalisant A? Het p-v van de tz. in h.b. van 29 april 2020 en ook de p-v’s van de latere tz’en en ’s hofs uitspraken houden niet een beslissing in op het voorwaardelijke verzoek om verbalisant A te horen. Uit het weergegeven procesverloop volgt ook niet dat de verdediging na de tz. van 29 april 2020 dat niet langer heeft gehandhaafd of dat geen belang meer zou bestaan bij het horen van verbalisant A. Volgt in zoverre vernietiging en terugwijzing.
HR 11-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1407
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/04272
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1407, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:669, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑07‑2022
Essentie
Poging verkrachting van 10-jarig meisje in woning, art. 242 Sr. Getuigenverzoek, art. 315 jo. 328 Sv. Verzuim te beslissen op ttz. in h.b. gedaan voorwaardelijk verzoek tot horen verbalisant A? Het p-v van de tz. in h.b. van 29 april 2020 en ook de p-v’s van de latere tz’en en ’s hofs uitspraken houden niet een beslissing in op het voorwaardelijke verzoek om verbalisant A te horen. Uit het weergegeven procesverloop volgt ook niet dat de verdediging na de tz. van 29 april 2020 dat niet langer heeft gehandhaafd of dat geen belang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.