Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/997
Verdachte niet-ontvankelijk in hoger beroep omdat hij niet binnen 14 dagen na betekening verstekvonnis aan hem in persoon hoger beroep heeft ingesteld (art. 408 lid 2 Sv). Klacht over oordeel dat sprake is van ‘een geldige betekening in persoon’ bij deze ‘corona-betekening’, nu verstekvonnis volgens akte van uitreiking aan verdachte in persoon is uitgereikt maar verdachte t.g.v. Covid-19/Corona niet heeft getekend voor ontvangst van vonnis. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 11-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1426
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, C. Caminada
- Zaaknummer
21/02991
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1426, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:769, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2022
Essentie
Verdachte niet-ontvankelijk in hoger beroep omdat hij niet binnen 14 dagen na betekening verstekvonnis aan hem in persoon hoger beroep heeft ingesteld (art. 408 lid 2 Sv). Klacht over oordeel dat sprake is van ‘een geldige betekening in persoon’ bij deze ‘corona-betekening’, nu verstekvonnis volgens akte van uitreiking aan verdachte in persoon is uitgereikt maar verdachte t.g.v. Covid-19/Corona niet heeft getekend voor ontvangst van vonnis. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/02991
Datum 11 oktober 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.