Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/996
Diefstal met geweld, art. 312 lid 1 Sr. Hof heeft verdachte n-o verklaard in diens hoger beroep, omdat het te laat is ingesteld, art. 408 lid 1 sub b Sv. Betekening dagvaarding in h.b., art. 36e lid 1 sub b onder 2 Sv. Dagvaarding in h.b. is uitgereikt aan medewerker OM en verzonden naar adres van Poolse verdachte in Polen. Had hof het in brief van verdachte, die aan akte van h.b. is gehecht en is aangemerkt als schriftelijke bijzondere volmacht tot instellen h.b. opgegeven adres in Nederland moeten aanmerken als feitelijke woon- of verblijfplaats? HR: Om redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: ’s Hofs kennelijke oordeel dat adres in Den Haag, vermeld in briefhoofd van bijzondere machtiging, niet kan worden aangemerkt als feitelijke woon- of verblijfplaats van verdachte en evenmin als adres waaraan mededelingen over strafzaak kunnen worden toegezonden, is zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk. Dat in bijzondere volmacht geen nadere toelichting is gegeven op adres, door bijvoorbeeld te vermelden dat adres een woon- of verblijfadres betreft, kan verdachte (die niet werd bijgestaan door raadsman) niet worden tegengeworpen. Door adres te vermelden in brief waarmee h.b. wordt ingesteld, is adres een voor de hand liggend adres dat redelijkerwijs als feitelijke woon- of verblijfplaats zou kunnen gelden. HR verklaart betekening dagvaarding in h.b. nietig.
HR 11-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1406
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, C. Caminada
- Zaaknummer
21/02940
- Conclusie
A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1406, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:777, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2022
Essentie
Diefstal met geweld, art. 312 lid 1 Sr. Hof heeft verdachte n-o verklaard in diens hoger beroep, omdat het te laat is ingesteld, art. 408 lid 1 sub b Sv. Betekening dagvaarding in h.b., art. 36e lid 1 sub b onder 2 Sv. Dagvaarding in h.b. is uitgereikt aan medewerker OM en verzonden naar adres van Poolse verdachte in Polen. Had hof het in brief van verdachte, die aan akte van h.b. is gehecht en is aangemerkt als schriftelijke bijzondere volmacht tot instellen h.b. opgegeven adres in Nederland moeten aanmerken als feitelijke woon- ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.