Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/967
Personen- en familierecht. Bewind. Uitdrukkelijke voorkeur rechthebbende bij benoeming bewindvoerder (art. 1:435 lid 3 BW); ontslag bewindvoerder wegens gewichtige redenen (art. 1:448 lid 2 BW); hoor en wederhoor.
HR 14-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1458
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
22/00279
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1458, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:698, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑01‑2022
- Wetingang
Art. 1:435, 1:448 BW
Samenvatting
Art. 1:435 lid 3 BW bepaalt dat de rechter bij de benoeming van de bewindvoerder de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende volgt, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten. Art. 1:448 lid 2 BW bepaalt onder meer dat ontslag aan de bewindvoerder wordt verleend wegens gewichtige redenen. Een gewichtige reden voor ontslag kan erin zijn gelegen dat de rechthebbende niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.