Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba
Einde inhoudsopgave
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/2.28:2.28 Kostenveroordeling en belang
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/2.28
2.28 Kostenveroordeling en belang
Documentgegevens:
Mr. G.C.C. Lewin, datum 08-01-2010
- Datum
08-01-2010
- Auteur
Mr. G.C.C. Lewin
- JCDI
JCDI:ADS442597:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie HR 10 maart 1989 (LacléfAruba), NJ 1989, 507, m.nt. ThWvV (A), rov. 3.1, voor een geval waarin in hoger beroep het belang bij de hoofdvordering was vervallen, maar de appelrechter die toch moest onderzoeken vanwege de veroordeling in de proceskosten.
HR 22 september 2006 (Aruba/New Millennium), NJ 2007, 188 (A), rov. 3.2.2.
HR 28 juni 2002 (Ambtenaar/Munon), LJN AE1548 (A), rov. 33.
Asser 2003, p. 434.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Bij Rv 2005 is art. 281b ingevoerd. Ingevolge dit artikel kan het Hof bepalen dat een proceskostenveroordeling in eerste aanleg geen voldoende belang oplevert bij het instellen van hoger beroep. Blijkens de memorie van toelichting is het de bedoeling vaste rechtspraak van de Hoge Raad te doorkruisen door de appelrechter een discretionaire bevoegdheid te geven, waarbij het belang van de kostenveroordeling wordt afgewogen tegen het beslag dat op de menskracht van het Hof wordt gelegd.1 Hoge Raad heeft zich hierover nog niet uitgelaten, behoudens met zijn oordeel dat het artikel een duidelijke breuk oplevert met het oude recht en zich daarom niet leent voor anticipatie.2
Wel heeft de Hoge Raad een partij niet-ontvankelijk verklaard in haar cassatieberoep, ook al had zij geklaagd dat de appelrechter de wederpartij had behoren te veroordelen in de kosten van het hoger beroep. De Hoge Raad overwoog daartoe dat deze klacht geen belang bij het cassatieberoep opleverde, omdat de appelrechter de aan de zijde van de eiser tot cassatie gevallen kosten slechts op nihil had kunnen begroten.3 Dienovereenkomstig kan een appellant niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep, indien de eerste rechter de aan de zijde van de appellant gevallen kosten slechts op nihil had kunnen begroten.
Volgens Asser zal een substantiële kostenveroordeling echter al snel voldoende belang opleveren bij het instellen van hoger beroep.4