Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba
Einde inhoudsopgave
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/2.20:2.20 De memorie van antwoord
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/2.20
2.20 De memorie van antwoord
Documentgegevens:
Mr. G.C.C. Lewin, datum 08-01-2010
- Datum
08-01-2010
- Auteur
Mr. G.C.C. Lewin
- JCDI
JCDI:ADS443850:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De indiening van een memorie van antwoord is niet verplicht, maar wel gebruikelijk. Ten aanzien van de inhoud ervan bestaan geen verplichtingen. Meestal worden de grieven bestreden en wordt een petitum geformuleerd. Het is nog niet algemeen tot de advocatuur doorgedrongen dat, indien men wenst dat de proceskostenveroordeling in hoger beroep uitvoerbaar bij voorraad verklaard wordt, dit moet worden gevorderd. Voor geïntimeerde is het petitum van de memorie van antwoord de meest voor de hand liggende gelegenheid daarvoor.
Zoals uit art. 275 lid 1 blijkt, wordt ook de memorie van antwoord betekend. M.i. is dit een onnodige kostenpost. Het zou voldoende zijn als de wet bepaalt dat de memorie van antwoord aan de appellant wordt toegezonden op een door de rechter in eerste aanleg te bepalen wijze. In verreweg de meeste gevallen wordt het appel ingesteld door een advocaat. In die gevallen zou ermee moeten kunnen worden volstaan dat de memorie van antwoord wordt gedeponeerd in het postvakje van de advocaat in het gerechtsgebouw.
De tweede volzin van art. 274 lid 2 over vooruitbetaling van de kosten van betekening geldt ook voor de memorie van antwoord waarbij niet incidenteel wordt geappelleerd.
De in die volzin opgenomen zinsnede 'zoals ten aanzien van de appellant is bepaald', die reeds in Rv 1931 stond, is mij niet duidelijk. Het is immers heel goed mogelijk dat de kosten van betekening aan appellant anders begroot moeten worden dan die van betekening aan geïntimeerde (bijvoorbeeld als de een op het betreffende eiland woont en de ander in het buitenland). Wel is duidelijk dat ook hier begroting door de rechter niet tot verlenging van de termijn leidt.