Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba
Einde inhoudsopgave
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/2.16:2.16 Termijnen voor indiening van memories
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/2.16
2.16 Termijnen voor indiening van memories
Documentgegevens:
Mr. G.C.C. Lewin, datum 08-01-2010
- Datum
08-01-2010
- Auteur
Mr. G.C.C. Lewin
- JCDI
JCDI:ADS448797:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 10 november 2000 (PittfVan Frederici), NJ 2001, 301, m.nt. HJS (C), rov. 3.6. Verouderd: GHvJNAA 2 mei 2000 (Monte/Nederlandse Antillen), TAR-Justicia 2000, nr. 3, p. 262-267 (C).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De termijn van zes weken voor indiening van de memorie van grieven is niet verlengbaar, en is van openbare orde. Partijen kunnen dus niet rechtsgeldig verlenging van de termijn overeenkomen en het Hof dient ambtshalve na te gaan of de termijn is nageleefd. Indien de memorie van grieven buiten de termijn is ingediend, mag het Hof er geen acht op slaan. De ernst van deze sanctie is aanmerkelijk verminderd doordat een appellant die niet of niet tijdig een memorie van grieven heeft ingediend, wel bevoegd is om zijn zaak te bepleiten. Voor Rv 2005 stond het tegendeel in de wet (art. 277 lid 1), maar de Hoge Raad heeft bepaald dat deze bevoegdheid, mede gelet op de korte, niet-verlengbare termijn voor het indienen van een memorie van grieven, voortvloeit uit art. 6 EVRM.1
Voor de termijnen van de andere memories (art. 274 lid 1 en 275 lid 2) geldt de regeling dienovereenkomstig.
De Hoge Raad heeft overwogen:2
(D)e ... klachten die inhouden dat de overschrijding van de termijn ... verschoonbaar is, kunnen evenmin tot cassatie leiden, daar het hier gaat om een termijn die volgens de Antilliaanse wet in geen geval mag worden overschreden.
Niettemin moet m.i. worden aangenomen dat in zeer bijzondere gevallen een uitzondering gerechtvaardigd is. Indien de appellant bijvoorbeeld een tweede akte van appel heeft ingediend, later dan de eerste, maar wel binnen de appeltermijn, gaat op de dag van aantekening van de tweede akte een nieuwe termijn voor indiening van de memorie van grieven lopen. Indien echter door een fout van de griffie de tweede akte van appel niet is aangetekend en de appellant dat niet kon weten, kan ik mij voorstellen dat op een memorie van grieven die te laat is, gerekend vanaf de eerste akte van appel, maar tijdig, gerekend vanaf de tweede, toch acht wordt geslagen.