NJ 2001, 301
Antilliaanse zaak. Ontbreken grievenstelsel; recht op pleidooi; fair hearing; nieuwe feiten bij pleidooi.
HR 10-11-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA8289, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 november 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
R99/060HR
- Conclusie
A-G Bakels
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
AA8289
- JCDI
JCDI:ADS157894:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA8289, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑11‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA8289, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2000
- Wetingang
Essentie
Antilliaanse zaak. Ontbreken grievenstelsel; recht op pleidooi; fair hearing; nieuwe feiten bij pleidooi.
In het Antilliaanse procesrecht is de appellant niet verplicht grieven aan te voeren. Op de inhoud van een te laat ingediende memorie van grieven kan geen acht worden geslagen. In strijd met het in art. 6 EVRM aan een procespartij in een burgerlijk geding gegeven recht op ‘fair hearing’ is 's Hofs oordeel dat een appellant die geen grieven heeft ingediend, of die wegens termijnoverschrijding geacht moet worden geen grieven te hebben ingediend, niet bevoegd is zijn zaak te doen bepleiten. De appellant moet de door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.