Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/964
Procesrecht. Onrechtmatige daad. Schadevergoeding wegens tenuitvoerlegging later vernietigde beslissingen in kort geding (freezing order). Eigen schuld ‘beslagene’ (art. 6:101 BW).
HR 14-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1444
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
21/02227
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1444, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:256, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑06‑2021
- Wetingang
Art. 6:101 BW
Essentie
Procesrecht. Onrechtmatige daad. Schadevergoeding wegens tenuitvoerlegging later vernietigde beslissingen in kort geding (freezing order). Eigen schuld ‘beslagene’ (art. 6:101 BW).
Samenvatting
In haar algemeenheid is onjuist de rechtsopvatting dat, omdat Promneftstroy verantwoordelijk is voor het afdwingen van de freezing order, er nooit plaats kan zijn voor vermindering van de schadevergoedingsplicht op grond van de mogelijkheid voor Yukos International om in overleg met Promneftstroy schadebeperkende maatregelen te nemen. Niet uitgesloten is dat degene ten laste van wie een maatregel als een freezing order wordt afgedwongen, onder omstandigheden zijn aanspraak op schadevergoeding verliest op grond van art. 6:101 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.