Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1073
Caribische zaak Curaçao. Medeplichtigheid aan het medeplegen van mensenhandel in ‘trago-meisjes’ (art. 2:239 SrC) en medeplichtigheid aan gewoonte maken van werkverschaffing aan illegalen (art. 2:155 lid 2 SrC). 1. Bewijsklacht mensenhandel, feit van algemene bekendheid m.b.t. ‘trago-meisjes’. 2. Bewijsklacht gewoonte maken van werkverschaffing aan illegalen. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 08-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1570
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
20/04163
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1570, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:748, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2022
Essentie
Caribische zaak Curaçao. Medeplichtigheid aan het medeplegen van mensenhandel in ‘trago-meisjes’ (art. 2:239 SrC) en medeplichtigheid aan gewoonte maken van werkverschaffing aan illegalen (art. 2:155 lid 2 SrC). 1. Bewijsklacht mensenhandel, feit van algemene bekendheid m.b.t. ‘trago-meisjes’. 2. Bewijsklacht gewoonte maken van werkverschaffing aan illegalen. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/04163 C
Datum 8 november 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.