Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1082
Caribische zaak. Feitelijk leidinggeven aan opzettelijk niet onverwijld melden van een ongebruikelijke transactie, begaan door een rechtspersoon in Sint Maarten (art. 11 jo. 23 lid 1 Landsverordening melding ongebruikelijke transacties). Bewijsklachten ‘feitelijk leidinggeven’ en niet ‘onverwijld’ doen van melding van de ongebruikelijke transactie. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 08-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1596
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
21/03193
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1596, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:834, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2022
Essentie
Caribische zaak. Feitelijk leidinggeven aan opzettelijk niet onverwijld melden van een ongebruikelijke transactie, begaan door een rechtspersoon in Sint Maarten (art. 11 jo. 23 lid 1 Landsverordening melding ongebruikelijke transacties). Bewijsklachten ‘feitelijk leidinggeven’ en niet ‘onverwijld’ doen van melding van de ongebruikelijke transactie. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/03193 C
Datum 8 november 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.