Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1074
Caribische zaak Curaçao. Medeplichtigheid aan het medeplegen van mensenhandel in ‘trago-meisjes’, art. 2:239 SrC. 1. Bewijsklacht mensenhandel, feit van algemene bekendheid. 2. Bewijsklacht medeplichtigheid. Heeft verdachte opzet gehad op feit dat mededaders met oogmerk van uitbuiting hebben gehandeld t.a.v. ‘trago-meisjes’? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 08-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1571
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
20/04164
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1571, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:746, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2022
Essentie
Caribische zaak Curaçao. Medeplichtigheid aan het medeplegen van mensenhandel in ‘trago-meisjes’, art. 2:239 SrC. 1. Bewijsklacht mensenhandel, feit van algemene bekendheid. 2. Bewijsklacht medeplichtigheid. Heeft verdachte opzet gehad op feit dat mededaders met oogmerk van uitbuiting hebben gehandeld t.a.v. ‘trago-meisjes’? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/04164 C
Datum 8 november 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 29 oktober 2020, nummer H ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.