Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1066
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Geen advocaat bij de Hoge Raad aangewezen.
HR 11-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1605
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 november 2022
- Magistraten
Mrs. H.M. Wattendorff, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
22/01659
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1605, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:902, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2022
Essentie
Cassatieprocesrecht. Art. 426a lid 1 Rv. Niet-ontvankelijkheid. Geen advocaat bij de Hoge Raad aangewezen.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/01659
Datum 11 november 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoeker] ,wonende te [woonplaats] ,
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: [verzoeker],
tegen
NAUTA DUTILH N.V.,gevestigd te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
1. Partijaanduiding en samenvatting cassatieberoep
1.1
Partijen worden hierna verkort aangeduid als [verzoeker] en Nauta Dutilh.
1.2
Deze conclusie heeft betrekking op de ontvankelijkheid van een cassatieberoep dat is ingesteld zonder tussenkomst van een advocaat bij de Hoge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.