Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1069
Bijzondere voorwaarde. De beslissing of en hoe lang een veroordeelde in zorginstelling moet worden opgenomen, is aan de rechter.
HR 12-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1027
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juli 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, C. Caminada, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/02378
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Gezondheidsrecht / Medische ethiek
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1027, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:525, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑01‑2022
- Wetingang
Art. 14c lid 2 aanhef en onder 10° Sr
Essentie
Bijzondere voorwaarde ex art. 14c lid 2 onder 10° Sr. De beslissing of en hoe lang een veroordeelde in een zorginstelling moet worden opgenomen, is voorbehouden aan de rechter.
Samenvatting
Op grond van art. 14c lid 2, aanhef en onder 10°, Sr kan als bijzondere voorwaarde bij een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf de opneming van de veroordeelde in een zorginstelling worden gesteld. De beslissing of zich de noodzaak voordoet van opneming van de veroordeelde in een zorginstelling en voor welke duur, is voorbehouden aan de rechter (vgl. HR 19 juni 2018, RvdW 2018/772 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.