RvdW 2022/1088
Haags Alimentatieprotocol 2007. Onderhoudsvordering minderjarig kind; gewone verblijfplaats in de zin van art. 3 in geval van ongeoorloofd niet doen terugkeren van het kind.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
12 mei 2022
- Magistraten
C. Lycourgos, S. Rodin, J.-C. Bonichot, L.S. Rossi, O. Spineanu-Matei
- Zaaknummer
C-644/20
- Conclusie
A-G A.M. Collins
- Roepnaam
W. J. (Changement de résidence habituelle du créancier d’aliments)
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2022:371, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 12‑05‑2022
- Wetingang
Art. 3 Protocol van Den Haag van 23 november 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen (Haags Alimentatieprotocol 2007)
Essentie
W.J. tegen L.J. e.a.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Sąd Okręgowy w Poznaniu (rechter in eerste aanleg Poznań, Polen) bij beslissing van 10 november 2020.
Haags Alimentatieprotocol 2007. Onderhoudsvordering minderjarig kind; gewone verblijfplaats in de zin van art. 3 in geval van ongeoorloofd niet doen terugkeren van het kind.
Art. 3 Haags Alimentatieprotocol 2007 moet aldus worden uitgelegd dat voor de vaststelling van het recht dat van toepassing is op de onderhoudsvordering van een minderjarig kind dat door een van zijn ouders naar een lidstaat is ...