Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1060
Art. 81 lid 1 RO. Tussentijds cassatieberoep. Verbintenissenrecht. Afwikkeling aannemingsovereenkomst m.b.t. vluchtwegen van ondergrondse metrostations. Mocht schuldeiser uit mededelingen van schuldenaar afleiden dat deze in nakoming van verbintenis zou tekortschieten? Kon ingebrekestelling achterwege blijven? Art. 6:83, aanhef en onder c, BW. Art. 6:82 lid 2 BW.
HR 11-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1606
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 november 2022
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.H. Sieburgh, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/03880
- Conclusie
A-G mr. S.D. Lindenbergh
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1606, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:695, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑07‑2022
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Tussentijds cassatieberoep. Verbintenissenrecht. Afwikkeling aannemingsovereenkomst m.b.t. vluchtwegen van ondergrondse metrostations. Mocht schuldeiser uit mededelingen van schuldenaar afleiden dat deze in nakoming van verbintenis zou tekortschieten? Kon ingebrekestelling achterwege blijven? Art. 6:83, aanhef en onder c, BW. Art. 6:82 lid 2 BW.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/03880
Datum 11 november 2022
ARREST
In de zaak van
DE GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelende te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: de Gemeente,
advocaten: G.C. Nieuwland en P.J. Tanja,
tegen
1. [verweerster 1] V.O.F.,
gevestigd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.