Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba
Einde inhoudsopgave
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/2.24:2.24 Verzending van de stukken naar het Hof
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/2.24
2.24 Verzending van de stukken naar het Hof
Documentgegevens:
Mr. G.C.C. Lewin, datum 08-01-2010
- Datum
08-01-2010
- Auteur
Mr. G.C.C. Lewin
- JCDI
JCDI:ADS441435:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De bemoeienis van het GEA met het hoger beroep eindigt met de toezending van de stukken naar het Hof op de voet van art. 276. Het artikel heeft nooit belangrijke wijzigingen ondergaan. In Rv 1958 is toegevoegd dat de toezending niet gedurende de eerste week na betekening van de laatste memorie mag geschieden. Blijkens p. 4 van de memorie van toelichting is de reden hiervoor dat partijen de gelegenheid moeten krijgen naar aanleiding van de laatste memorie te beslissen of zij pleidooi wensen. Deze reden is verouderd, omdat thans die gelegenheid ook later nog geboden wordt.
De in de wet genoemde termijn van twee weken wordt in de praktijk regelmatig met maanden overschreden.
Het Hof heeft slechts één griffie. Deze is gevestigd op Curaao. De stukken worden dus vanuit de zes eilanden naar de Hofgriffie op Curaçao verzonden, waarbij de verzendingen vanuit Sint Eustatius en Saba verlopen via de griffie van het GEA op Sint Maarten.