Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/23
Externe klachtprocedure (art. 13a RO). Klacht tegen kantonrechter voor aan werknemer van bewindvoerder (art. 1:435 BW) opgelegd verbod; rechterlijke beslissing in zin art. 13a en 36 RO?; bevoegdheid vierde kamer HR. Subsidiaire vordering tot cassatie in belang der wet; verwijzing naar civiele kamer HR.
HR 09-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1126
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juli 2021
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, J. Wortel
- Zaaknummer
21/02135
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Klachtbehandeling
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1126, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑07‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑04‑2021
- Wetingang
Art. 13a, 26 RO; art. 1:436, 1:448 BW
Essentie
Externe klachtprocedure (art. 13a RO). Klacht tegen kantonrechter voor aan werknemer van bewindvoerder (art. 1:435 BW) opgelegd verbod; rechterlijke beslissing in zin art. 13a en 36 RO?; bevoegdheid vierde kamer HR. Subsidiaire vordering tot cassatie in belang der wet; verwijzing naar civiele kamer HR.
Samenvatting
Klaagster klaagt dat de kantonrechter zijn bevoegdheden in het kader van het beschermingsbewind te buiten is gegaan door haar te verbieden nog langer bewindvoerderstaken uit te oefenen. De wet verschaft de kantonrechter in het kader van zijn taak toezicht uit te oefenen op het beheer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.