RvdW 2022/50:OM-cassatie. Jeugdzaak. Vrijspraak t.z.v. medeplegen brandstichting auto’s op de grond dat voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachten niet is komen vast te staan, art. 157 Sr. Kon hof verklaring van medeverdachte, die deze heeft afgelegd als verdachte in zijn eigen strafzaak en niet als getuige in strafzaak tegen verdachte, als bewijsmiddel gebruiken in strafzaak tegen verdachte? Art. 341 lid 3 Sv. ’s Hofs oordeel dat verklaring van medeverdachte, die deze bij Rb heeft afgelegd als verdachte in zijn eigen zaak, niet zonder meer als bewijsmiddel kan worden gebruikt in zaak van verdachte, is niet begrijpelijk. V.zv. hof bij dat oordeel het oog zou hebben gehad op art. 341 lid 3 Sv, waarin is bepaald dat opgaven van verdachte alleen te zijnen aanzien voor bewijs kunnen gelden, verdient nog opmerking dat die bepaling niet ziet op verklaringen van medeverdachte wiens strafzaak niet gevoegd met die van verdachte wordt behandeld. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.