Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba
Einde inhoudsopgave
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/2.4:2.4 Hoger beroep van verstekvonnissen
Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (BPP nr. VII) 2010/2.4
2.4 Hoger beroep van verstekvonnissen
Documentgegevens:
Mr. G.C.C. Lewin, datum 08-01-2010
- Datum
08-01-2010
- Auteur
Mr. G.C.C. Lewin
- JCDI
JCDI:ADS447543:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De regeling van het hoger beroep van verstekvonnissen (art. 262) is sinds Rv 1931 niet inhoudelijk gewijzigd en komt overeen met de regeling in art. 335 RvNL. De rechtspraak over dat artikel is van overeenkomstige toepassing. Art. 3:27 lid 2 BW bevat in de drie landen een overeenkomstige bepaling van de strekking dat de regeling niet van toepassing is op de rechterlijke verklaring omtrent enig recht op een registergoed. Conversie van rechtsmiddelen (verzet wordt opgevat als hoger beroep of andersom) is niet toegestaan.1
Hoewel de wettekst luidt dat van een veroordeling bij verstek geen hoger beroep openstaat, is voor de beantwoording van de vraag of de oorspronkelijk gedaagde ontvankelijk is in het hoger beroep, niet doorslaggevend of de eerste rechter verstek heeft verleend, maar of naar het eigen oordeel van de appelrechter aan de in art. 79 gestelde eisen voor verstek was voldaan.2