Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1033
Mensenhandel m.b.t. drie vrouwen in prostitutie (art. 273f Sr) en gewoontewitwassen van inkomsten uit mensenhandel (art. 420bis lid 1 sub b jo. art. 420ter lid 1 Sr). Vrijspraak in eerste aanleg. 1. Bewijsklacht mensenhandel. Is sprake van ‘misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’, ‘misbruik van kwetsbare positie’ en (oogmerk van) uitbuiting? 2. Kwalificatie-uitsluitingsgrond witwassen. Kan bewezenverklaarde (verwerven, omzetten en gebruik maken van geldbedragen die uit eigen misdrijf zijn verkregen) worden gekwalificeerd als (gewoonte)witwassen? Ad 1. HR: Om redenen vermeld in CAG faalt middel. CAG: ’s Hofs kennelijke oordeel dat aangeefsters zich niet in — met opstelling van mondige Nederlandse prostituee vergelijkbare — situatie bevonden waarin onafhankelijke zelfstandige opstelling mogelijk is en dat zij daarin (minst genomen) in mindere mate dan zo’n prostituee bewuste keuze konden maken, is niet onbegrijpelijk. Mede gelet op omstandigheden waaronder zij prostitutiewerkzaamheden uitvoerden, is ’s hofs oordeel dat sprake was van (oogmerk van) uitbuiting evenmin onbegrijpelijk. Ad 2. HR: Om redenen vermeld in CAG faalt middel. CAG: Hof heeft kennelijk geoordeeld dat geen sprake is van bijzonder geval waarin ‘omzetten’ of ‘gebruik maken’ plaatsvindt onder omstandigheden die niet wezenlijk verschillen van gevallen waarin verdachte die misdrijf heeft begaan en daarmee door dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig zou maken aan witwassen. Dat oordeel geeft niet blijk van onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk, in aanmerking genomen dat verdachte met de geldbedragen deels in zijn levensonderhoud heeft voorzien, goederen of diensten heeft aangeschaft, reizen heeft gemaakt en benzine heeft betaald. Volgt verwerping.
HR 17-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1463
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/03956
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1463, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:747, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2023
Essentie
Mensenhandel m.b.t. drie vrouwen in prostitutie (art. 273f Sr) en gewoontewitwassen van inkomsten uit mensenhandel (art. 420bis lid 1 sub b jo. art. 420ter lid 1 Sr). Vrijspraak in eerste aanleg. 1. Bewijsklacht mensenhandel. Is sprake van ‘misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’, ‘misbruik van kwetsbare positie’ en (oogmerk van) uitbuiting? 2. Kwalificatie-uitsluitingsgrond witwassen. Kan bewezenverklaarde (verwerven, omzetten en gebruik maken van geldbedragen die uit eigen misdrijf zijn verkregen) worden gekwalificeerd als (gewoonte)witwassen? Ad 1. HR: Om redenen vermeld in CAG faalt middel. CAG: ’s Hofs kennelijke oordeel dat aangeefsters zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.