RvdW 2023/1040:Profijtontneming, w.v.v. uit gewoontewitwassen. Methode van eenvoudige kasopstelling, art. 36e lid 3 Sr. Motivering schatting w.v.v. HR: Om redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: Hof heeft uit camerabeelden en tapgesprekken die hof in zijn uitspraak vermeldt niet kunnen afleiden dat al het contante geld dat op bankrekening van A is gestort, telkens afkomstig was van betrokkene. Bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen bieden geen steun aan oordeel dat het contante geld dat op bankrekeningen van B en C gestort is, afkomstig is van betrokkene. Camerabeelden van contante stortingen zien op stortingen op rekening van A, niet op stortingen op bankrekeningen van B en C. Uit tapgesprekken die hof citeert, volgt niet dat één of meer van deze gesprekken met stortingen van contant geld op bankrekeningen van B en C verband houden. Feiten en omstandigheden op grond waarvan gevolgtrekkingen uit geciteerde tapgesprekken kunnen worden geëxtrapoleerd naar bankrekeningen van B en C ontbreken. Overwegingen en b.m. die in strafzaak onderbouwen dat betrokkene het contante geld, dat op deze bankrekeningen is gestort, tezamen en in vereniging met ander heeft witgewassen, zijn in ’s hofs uitspraak niet overgenomen. Al met al heeft hof de schatting van w.v.v. niet aan inhoud van gebruikte b.m. kunnen ontlenen. ’s Hofs oordeel dat bewezenverklaard gewoontewitwassen of andere strafbare feiten ‘op enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat betrokkene w.v.v. heeft verkregen’ is ook overigens ontoereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met RvdW 2023/1039 en RvdW 2023/1042.