Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1019
Erfrecht. Procesrecht. Vernietiging uiterste wilsbeschikking onder invloed van onjuiste beweegreden (art. 4:43 lid 2 BW); bevoegdheid inroepen vernietigingsgrond; beweegreden in bijlage bij testament. Grievenstelsel.
HR 27-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1486
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
22/02531
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1486, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:544, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑07‑2022
- Wetingang
Essentie
Erfrecht. Procesrecht. Vernietiging uiterste wilsbeschikking onder invloed van onjuiste beweegreden (art. 4:43 lid 2 BW); bevoegdheid inroepen vernietigingsgrond; beweegreden in bijlage bij testament. Grievenstelsel.
Samenvatting
Art. 4:43 lid 2 BW houdt in dat een uiterste wilsbeschikking, gemaakt onder invloed van een onjuiste beweegreden, slechts dan vernietigbaar is, wanneer de door de erflater ten onrechte veronderstelde omstandigheid die zijn beweegreden tot de beschikking is geweest, in de uiterste wil zelf is aangeduid en de erflater de beschikking niet zou hebben gemaakt, indien hij van de onjuistheid van die veronderstelling had kennis gedragen. De erfstelling van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.