Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/277
Art. 81 lid 1 RO. Aanneming van werk. Cassatieberoep na verwijzing (ECLI:NL:HR:2019:928).
HR 24-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:287
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 februari 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
21/05267
- Conclusie
A-G mr. S.D. Lindenbergh
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:287, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1033, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2022
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Aanneming van werk. Cassatieberoep na verwijzing (ECLI:NL:HR:2019:928).
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/05267
Datum 24 februari 2023
ARREST
In de zaak van
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: [eiseres],
advocaat: N.C. van Steijn,
tegen
[verweerster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: [verweerster],
advocaat: D. Rijpma.
Conclusie
Conclusie A-G mr. S.D. Lindenbergh:
1. Inleiding
Deze zaak, die al meer dan tien jaar loopt, heeft betrekking op gebreken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.