RvdW 2023/309:Profijtontneming, w.v.v. uit betrokkenheid bij meerdere Opiumwetdelicten. Methode van eenvoudige kasopstelling, art. 36e lid 2 (oud) en art. 36e lid 3 (oud) Sr. Bestaan er ‘concrete aanwijzingen’ dat betrokkene ‘zich in de periode voorafgaand aan bewezenverklaarde periode heeft schuldig gemaakt aan enig strafbaar feit’, nu betrokkene in strafzaak is veroordeeld t.z.v. voorbereidingshandelingen m.b.t. invoer van cocaïne? HR: art. 81 lid 1 RO.