Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/270
Wvggz. Procesrecht. Verzoek zorgmachtiging. Relatieve bevoegdheid rechter (art. 1:6 lid 1 Wvggz); mogelijkheid naar ander arrondissement te verwijzen. Vereiste behoorlijke oproeping betrokkene. Maximale duur zorgmachtiging (art. 6:5 onder b Wvggz).
HR 24-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:316
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 februari 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
22/03342
22/03432
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:316, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:25, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1085, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2022
- Wetingang
Samenvatting
Op grond van art. 1:6 lid 1, eerste zin, Wvggz is de rechter van de woonplaats van de betrokkene of de rechter van de plaats waar hij hoofdzakelijk of daadwerkelijk verblijft, bevoegd in zaken betreffende de Wvggz (uitgezonderd hoofdstuk 5, paragraaf 6, en hoofdstuk 10). Daarbij is het tijdstip van indiening van het verzoek bepalend. In het geval ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.