RvdW 2023/303:Profijtontneming, w.v.v. uit verkoop van heroïne en cocaïne. Methode van extrapolatie. Motivering schatting w.v.v. Is door hof bij schatting w.v.v. gehanteerde referentieperiode van 16 dagen representatief voor gehele onderzoeksperiode van 24 maanden? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2013/544 m.b.t. eisen die worden gesteld aan motivering van schatting van w.v.v. Geen rechtsregel staat eraan in de weg dat hof bij berekening van schatting van w.v.v. van betrokkene in periode van langere duur gebruikmaakt van vaststellingen over omvang van w.v.v. dat betrokkene gedurende kortere periode (referentieperiode) heeft verkregen. Als betrokkene voldoende gemotiveerd resultaten van vaststellingen over referentieperiode en/of extrapolatie van die resultaten naar gehele periode betwist, zal rechter moeten motiveren waarom hij ondanks wat is aangevoerd schatting van w.v.v. in gehele periode heeft kunnen ontlenen aan inhoud van gebruikte bewijsmiddelen. Hof heeft in reactie op verweer van raadsvrouw (inhoudende dat referentieperiode van 16 dagen niet representatief is voor gehele periode van 24 maanden die bij voordeelsberekening in aanmerking wordt genomen) geoordeeld dat het in dossier geen aanleiding ziet om te veronderstellen dat periode van 16 dagen niet representatief zou zijn voor gehele periode, omdat uit dossier genoegzaam blijkt dat er gedurende ten minste 2 jaren sprake was van ‘florerende drugshandel’. Mede in het licht van wat raadsvrouw heeft aangevoerd, is dat oordeel niet zonder meer begrijpelijk, in aanmerking genomen dat uit ’s hofs bewijsvoering weliswaar kan worden afgeleid dat betrokkene in periode van 2 jaren heroïne en cocaïne heeft verkocht maar dat hof geen vaststellingen heeft gedaan over duur van drugshandel binnen die periode van 2 jaren, terwijl hof ook niet heeft aangegeven o.g.v. welke aan wettige b.m. ontleende feiten en omstandigheden het tot gevolgtrekking is gekomen dat daarbij sprake was van ‘florerende’ drugshandel. ’s Hofs uitspraak is in zoverre ontoereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 21/02713 P (RvdW 2023/304).