Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/288
Procesrecht. Incidentele vordering in cassatie tot stellen van zekerheid voor proceskosten in cassatie (art. 224 Rv in verbinding met art. 414 Rv).
HR 24-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:314
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 februari 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
22/03404
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1506, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑11‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:771, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑09‑2023
ECLI:NL:HR:2023:314, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:22, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑01‑2023
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/03404
Datum 24 februari 2023
ARREST IN HET INCIDENT
In de zaak van
[eiser],
wonende in Singapore,
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaten: B.T.M. van der Wiel en T. van Tatenhove,
tegen
STICHTING STAEDION,
gevestigd te Den Haag,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Staedion,
advocaten: P.A. Fruytier en J.P. Heering.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Snijders:
1. Inleiding
Staedion vordert in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.