Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/307
Rijden onder invloed (art. 8 lid 2 WVW 1994) en rijden tijdens ontzegging rijbevoegdheid (art. 9 lid 1 WVW 1994). 1. Responsieplicht hof op verweer dat onherroepelijkheid vonnis Ktr, waarbij OBM is opgelegd, niet vast staat? 2. Wetenschap van verdachte van ingangsdatum en termijn van OBM. Is kennisgeving OBM aan verdachte in persoon betekend? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 21-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:278
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 februari 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/03554
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:278, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:39, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2023
Essentie
Rijden onder invloed (art. 8 lid 2 WVW 1994) en rijden tijdens ontzegging rijbevoegdheid (art. 9 lid 1 WVW 1994). 1. Responsieplicht hof op verweer dat onherroepelijkheid vonnis Ktr, waarbij OBM is opgelegd, niet vast staat? 2. Wetenschap van verdachte van ingangsdatum en termijn van OBM. Is kennisgeving OBM aan verdachte in persoon betekend? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/03554
Datum 21 februari 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.