Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/286
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Jeugdrecht. Onder meer klacht dat ten onrechte gebeurtenissen met oudere kinderen in eerdere periode redengevend zijn voor beslissing uithuisplaatsing pasgeboren kind.
HR 24-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:296
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 februari 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
22/02817
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:296, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:34, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2023
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Jeugdrecht. Onder meer klacht dat ten onrechte gebeurtenissen met oudere kinderen in eerdere periode redengevend zijn voor beslissing uithuisplaatsing pasgeboren kind.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/02817
Datum 24 februari 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
1. [de vader],
2. [de moeder],
beiden wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
hierna: de ouders,
advocaat: R.K. van der Brugge,
tegen
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,
gevestigd te Den Haag,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de raad,
niet verschenen,
en
LANDELIJK EXPERTISETEAM JEUGDBESCHERMING,
gevestigd te Den ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.