Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/311
Profijtontneming, w.v.v. uit betrokkenheid bij meerdere Opiumwetdelicten. Methode van eenvoudige kasopstelling, art. 36e lid 2 (oud) en art. 36e lid 3 (oud) Sr. Kunnen ‘voldoende aanwijzingen’ dat soortgelijke feiten door betrokkene zijn begaan in de zin van art. 36e lid 2 (oud) Sr worden ontleend aan uittreksel uit justitiële documentatie? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 21-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:281
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 februari 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
21/04587
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:281, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:32, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2023
Essentie
Profijtontneming, w.v.v. uit betrokkenheid bij meerdere Opiumwetdelicten. Methode van eenvoudige kasopstelling, art. 36e lid 2 (oud) en art. 36e lid 3 (oud) Sr. Kunnen ‘voldoende aanwijzingen’ dat soortgelijke feiten door betrokkene zijn begaan in de zin van art. 36e lid 2 (oud) Sr worden ontleend aan uittreksel uit justitiële documentatie? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/04587 P
Datum 21 februari 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Den Haag van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.