Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/36
Beklag, beslag ex art. 94. Verweer dat voortduren beslag in strijd is met proportionaliteit en subsidiariteit onvoldoende concreet onderbouwd.
HR 14-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1755
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 december 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
20/02172
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1755, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:858, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑12‑2020
- Wetingang
Art. 94 Sv
Essentie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op 23 auto’s. Het oordeel, dat klager zijn stellingen dat zijn bedrijf failliet zal gaan door handhaving van het beslag en dat voortduren van het beslag in dit geval strijdt met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit onvoldoende concreet heeft onderbouwd, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting.
Samenvatting
Beslag op de voet van art. 94 Sv op auto’s. De HR herhaalt overwegingen uit RvdW 2014/425 omtrent het verrichten van onderzoek naar proportionaliteit en subsidiariteit van het beslag. Een (ambtshalve) onderzoek naar de vraag of voortzetting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.