Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2018/2001 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen
Artikel 31 Berekening van het broeikasgaseffect van biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen
Geldend
Geldend vanaf 24-12-2018
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2018, L 328 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: 2018/2001)
- Inwerkingtreding
24-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2018, L 328 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: 2018/2001)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Energierecht / Europees energierecht
Milieurecht / Energie
Energierecht / Energieopwekking
1.
Met het oog op de toepassing van artikel 29, lid 10, wordt de broeikasgasemissiereductie door het gebruik van biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen als volgt berekend:
- a)
indien een standaardwaarde voor de broeikasgasemissiereductie met betrekking tot de productieketen is vastgesteld in deel A of B van bijlage V voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa of in deel A van bijlage VI voor biomassabrandstoffen en indien de el-waarde voor deze biobrandstoffen of vloeibare biomassa berekend overeenkomstig punt 7 van deel C van bijlage V of voor deze biomassabrandstoffen berekend overeenkomstig punt 7 van deel B van bijlage VI, gelijk is aan of lager is dan nul, wordt die standaardwaarde gebruikt;
- b)
de feitelijke waarde, berekend overeenkomstig de in bijlage V, deel C, voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa en in bijlage VI, deel B, voor biomassabrandstoffen vastgestelde methode, wordt gebruikt;
- c)
er wordt een waarde gebruikt die wordt berekend als de som van de factoren van de formules in punt 1 van bijlage V, deel C, waarbij gedesaggregeerde standaardwaarden in bijlage V, deel D of E, kunnen worden gebruikt voor een aantal factoren, en de feitelijke waarden, berekend volgens de methode van bijlage V, deel C, worden gebruikt voor alle andere factoren, of
- d)
er wordt een waarde gebruikt die wordt berekend als de som van de factoren van de formules in punt 1 van bijlage VI, deel B, waarbij gedesaggregeerde standaardwaarden van bijlage VI, deel C, kunnen worden gebruikt voor een aantal factoren, en de feitelijke waarden, berekend volgens de methode van bijlage VI, deel B, worden gebruikt voor alle andere factoren.
2.
De lidstaten kunnen bij de Commissie verslagen indienen met informatie over de typische broeikasgasemissies ten gevolge van de teelt van landbouwgrondstoffen van de gebieden op hun grondgebied die volgens Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad (1) als niveau 2 in de gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (‘NUTS’) dan wel als een meer gedesaggregeerd NUTS-niveau zijn ingedeeld. Die verslagen gaan vergezeld van een beschrijving van de methode en de gegevensbronnen die zijn gebruikt om het niveau van de emissies te berekenen. Die methode houdt rekening met de bodemkenmerken, het klimaat en de verwachte opbrengst aan grondstoffen.
3.
Indien het buiten de Unie gelegen gebieden betreft, kunnen door bevoegde organen opgestelde verslagen die gelijkwaardig zijn aan die als bedoeld in lid 2, aan de Commissie worden voorgelegd.
4.
De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen besluiten dat, voor de toepassing van artikel 29, lid 10, de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde verslagen nauwkeurige gegevens bevatten ten behoeve van de meting van broeikasgasemissies gerelateerd aan de verbouwing van landbouwgrondstoffen voor biomassabrandstoffen die in de in die verslagen opgenomen gebieden wordt geproduceerd. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 31, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Die gegevens mogen, op grond van dat besluit, worden gebruikt in de plaats van de gedesaggregeerde standaardwaarden voor de teelt als vastgelegd in bijlage V, deel D of E voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa en in bijlage VI, deel C voor biomassabrandstoffen.
5.
De Commissie evalueert regelmatig de bijlagen V en VI met het oog op de toevoeging of de herziening van waarden voor productieketens voor biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen. Tijdens die evaluatie wordt tevens de wijziging van de in bijlage V, deel C, en in bijlage VI, deel B, vastgestelde methode in overweging genomen.
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 35 gedelegeerde handelingen vast te stellen om, in voorkomend geval, bijlage V of VI te wijzigen door het toevoegen of herzien van de standaardwaarden of door de methode te wijzigen.
In het geval van een aanpassing van of toevoeging aan de lijst van standaardwaarden in bijlagen V en VI:
- a)
waarbij een factor in geringe mate bijdraagt tot de totale emissies, de variatie beperkt is of de kosten of moeilijkheden voor het vaststellen van feitelijke waarden groot zijn, worden de standaardwaarden gebruikt die typisch zijn voor normale productieprocessen;
- b)
worden in alle andere gevallen standaardwaarden gebruikt die conservatief zijn voor normale productieprocessen.
6.
Voor zover de uniforme toepassing van bijlage V, deel C, en bijlage VI, deel B, dit vereist, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen ter bepaling van gedetailleerde technische specificaties waaronder definities, omzettingsfactoren, de berekening van jaarlijkse teeltgebonden emissies of emissiereducties door wijzigingen van boven- en ondergrondse koolstofvoorraden in reeds bebouwde grond en de berekening van emissiereducties door het afvangen, vervangen en geologisch opslaan van CO2. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 34, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).