Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2018/2001 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen
Artikel 16 sexies Vergunningsprocedure voor de installatie van warmtepompen
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2413 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2413)
- Inwerkingtreding
20-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2413 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2413)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Energierecht / Europees energierecht
Milieurecht / Energie
Energierecht / Energieopwekking
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de vergunningsprocedure voor de installatie van warmtepompen van minder dan 50 MW niet langer duurt dan één maand. In het geval van bodemwarmtepompen, duurt de vergunningsprocedure niet langer dan drie maanden.
2.
Tenzij er gerechtvaardigde veiligheidsoverwegingen zijn, verdere werkzaamheden nodig zijn voor netaansluitingen of sprake is van technische incompatibiliteit van de systeemonderdelen, zorgen de lidstaten ervoor dat binnen twee weken na kennisgeving aan de betrokken entiteit vergunning wordt verleend voor aansluitingen op het transmissienet of het distributienet voor:
- a)
warmtepompen met een maximaal elektrisch vermogen van 12 kW, en
- b)
warmtepompen met een maximaal elektrisch vermogen van 50 kW die zijn geïnstalleerd door zelfverbruikers van hernieuwbare energie, op voorwaarde dat het elektrisch vermogen van een opwekkingsinstallatie voor hernieuwbare elektriciteit van de zelfverbruiker van hernieuwbare energie minstens 60 % van het elektrisch vermogen van de warmtepomp bedraagt.
3.
De lidstaten kunnen bepaalde gebieden of constructies uitsluiten van de toepassing van leden 1 en 2 met het oog op de bescherming van cultureel of historisch erfgoed, vanwege nationale defensiebelangen of om veiligheidsredenen.
4.
Alle besluiten die voortvloeien uit de in de leden 1 en 2 bedoelde vergunningsprocedures worden openbaar gemaakt overeenkomstig het bestaande recht.