Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2018/2001 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen
Artikel 22 ter Voorwaarden voor de verlaging van het streefcijfer voor het gebruik van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong in de industriesector
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2413 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2413)
- Inwerkingtreding
20-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2413 (uitgifte: 31-10-2023, regelingnummer: 2023/2413)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Energierecht / Europees energierecht
Milieurecht / Energie
Energierecht / Energieopwekking
1.
Een lidstaat mag de bijdrage van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong die worden bestemd voor eindenergieverbruik en niet-energetisch gebruik als bedoeld in artikel 22 bis, lid 1, vijfde alinea, in 2030 met 20 % verminderen mits:
- a)
de betreffende lidstaat op schema ligt in de richting van zijn nationale bijdrage aan het in artikel 3, lid 1, eerste alinea, vastgestelde bindende algemene streefcijfer van de Unie, dat ten minste gelijkwaardig is aan zijn verwachte nationale bijdrage overeenkomstig de formule bedoeld in bijlage II bij Verordening (EU) 2018/1999, en
- b)
het aandeel van uit fossiele brandstoffen geproduceerde waterstof, of derivaten daarvan, die in die lidstaat wordt verbruikt, niet meer bedraagt dan 23 % in 2030 en 20 % in 2035.
Indien aan een van die voorwaarden niet is voldaan, is de in de eerste alinea bedoelde vermindering niet meer van toepassing.
2.
Wanneer een lidstaat de in lid 1 bedoelde vermindering toepast, stelt hij de Commissie daarvan in kennis, samen met zijn geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen die op grond van de artikelen 3 en 14 van Verordening (EU) 2018/1999 worden ingediend en als onderdeel van zijn geïntegreerde nationale energie- en klimaatvoortgangsverslagen die op grond van artikel 17 van die verordening worden ingediend. De kennisgeving bevat informatie over het geactualiseerde aandeel hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong en alle relevante gegevens om aan te tonen dat aan de in lid 1, punten a) en b), van dit artikel bepaalde voorwaarden is voldaan.
De Commissie monitort de situatie in de lidstaten die een vermindering genieten, teneinde na te gaan of de in lid 1, punten a) en b), bepaalde voorwaarden onafgebroken worden nageleefd.