Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/283
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Bewijs. Art. 164 lid 2 Rv. Beperkte bewijskracht partijgetuigenverklaring. Bewijswaardering.
HR 24-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:312
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 februari 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00692
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:312, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1113, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/00692
Datum 24 februari 2023
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: K. Aantjes,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
advocaat: M.J. van Basten Batenburg.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G.R.B. van Peursem:
Partijen worden hierna aangeduid als [eiser] en [verweerder] .
Het gaat in deze zaak om de vraag of [verweerder] het door hem ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.