Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/76
Internationaal recht. Procesrecht. Immuniteit van executie; internationaal gewoonterecht, art. 19 onder c VN Verdrag Jurisdictional Immunities of States and their Property 2004; beslag op goederen van door buitenlandse staat opgerichte rechtspersoon (‘Sovereign Wealth Fund’); stelplicht en bewijslast; immuniteit van executie beperkt tot goederen met onmiddellijke publieke bestemming?
HR 18-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2103
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 december 2020
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
19/03142
19/03143
19/03144
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Internationaal publiekrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Fundamentele rechten van staten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2103, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:649, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:650, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑08‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑08‑2019
- Wetingang
Essentie
Internationaal recht. Procesrecht. Immuniteit van executie; internationaal gewoonterecht, art. 19 onder c VN Verdrag Jurisdictional Immunities of States and their Property 2004; beslag op goederen van door buitenlandse staat opgerichte rechtspersoon (‘Sovereign Wealth Fund’); stelplicht en bewijslast; immuniteit van executie beperkt tot goederen met onmiddellijke publieke bestemming?
Samenvatting
Het is in overeenstemming met de — op het respecteren van de soevereiniteit van vreemde staten gerichte — strekking van de immuniteit van executie om tot uitgangspunt te nemen dat eigendommen van vreemde staten niet vatbaar zijn voor beslag en executie tenzij en voor zover is vastgesteld dat deze een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.