RvdW 2021/112:Medeplichtigheid aan oplichting bij verkoop van smartphones via internet, art. 326 lid 1 Sr. Bewijsklacht t.a.v. voor medeplichtigheid vereist opzet op oplichting. Hof heeft geoordeeld dat verdachte bewust aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij met zijn gedragingen behulpzaam was bij of gelegenheid bood tot oplichting. Dat oordeel is niet z.m. begrijpelijk. Hof heeft immers aan dat oordeel mede verklaringen van verdachte ten grondslag gelegd die in de kern inhouden dat verdachte ervan is uitgegaan dat medeverdachte zich zou gaan bezighouden met legale handel in mobiele telefoons en dat hij medeverdachte geloofde en hem vertrouwde, terwijl ook omstandigheid dat verdachte zich er niet van heeft vergewist of eigen bedrijf zich daadwerkelijk bezig hield met legale verkoop van smartphones, ’s hofs oordeel niet kan dragen.