Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/116
Bedreiging, art. 285 lid 1 Sr. 1. Vordering b.p. Toewijzing vordering tot immateriële schadevergoeding, art. 6:106b BW. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 15-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2046
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 december 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/01950
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2046, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1022, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑2020
Essentie
Bedreiging, art. 285 lid 1 Sr. 1. Vordering b.p. Toewijzing vordering tot immateriële schadevergoeding, art. 6:106b BW. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/01950
Datum 15 december 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 16 april 2019, nummer 22-001824-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
De verdachte is bij arrest van 16 april 2019 door het gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.