Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/80
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige overheidsdaad. Intrekking btw-identificatienummer door Belastingdienst. Onrechtmatigheid? Schuld?
HR 18-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2086
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
19/03086
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Facturering en administratie
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Belastingrecht algemeen / Organisatie Belastingdienst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2086, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:798, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑09‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Onrechtmatige overheidsdaad. Intrekking btw-identificatienummer door Belastingdienst. Onrechtmatigheid? Schuld?
Partij(en)
ARREST In de zaak van ESP CONSULTANCY B.V., gevestigd te Veenendaal, EISERES tot cassatie, hierna: ESP, advocaat: Y.E.J. Geradts, tegen 1. DE STAAT DER NEDERLANDEN (het Ministerie van Financiën, Directoraat-Generaal Belastingdienst), zetelende te Den Haag, 2. ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST ZUIDWEST, KANTOOR BREDA, gevestigd te Breda, VERWEERDERS in cassatie, hierna gezamenlijk: de Staat c.s., advocaten: J.W.H. van Wijk en G.C. Nieuwland.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
In deze procedure staat de vraag centraal of een besluit van de Inspecteur ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.