Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/94
Noodweer? Oordeel hof dat het door verdachte gebruikte geweld aanvallend van aard was, is niet zonder meer begrijpelijk.
HR 15-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2043
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 december 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, C. Caminada
- Zaaknummer
19/02586
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2043, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:852, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑06‑2020
- Wetingang
Art. 41 lid 1 Sr
Essentie
’s Hof verwerping van het beroep op noodweer is ontoereikend gemotiveerd. Het oordeel van het hof dat het door de verdachte gebruikte geweld aanvallend van aard was, is niet zonder meer begrijpelijk.
Samenvatting
De verdachte is veroordeeld voor medeplegen poging doodslag jegens A en medeplegen poging zware mishandeling jegens B. Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het hof dat de gedragingen van de verdachte aanvallend van aard waren en dat daarom het beroep van de verdachte op noodweer moet worden verworpen.
De Hoge Raad herhaalt de relevante overwegingen uit het overzichtsarrest HR 22 maart 2016, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.