Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1036
Hennepteelt (art. 3B Opiumwet) en diefstal van elektriciteit d.m.v. verbreking (art. 311 lid 1 onder 5 Sr). 1. Verweer dat sprake is van vormverzuim bij binnentreden van de door verdachte gehuurde loods, nu er onvoldoende verdenking was van overtreding van Opiumwet. 2. Bewijsklacht verbreking. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 17-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1317
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.E.M. Röttgering, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/04838
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1317, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:713, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2023
Essentie
Hennepteelt (art. 3B Opiumwet) en diefstal van elektriciteit d.m.v. verbreking (art. 311 lid 1 onder 5 Sr). 1. Verweer dat sprake is van vormverzuim bij binnentreden van de door verdachte gehuurde loods, nu er onvoldoende verdenking was van overtreding van Opiumwet. 2. Bewijsklacht verbreking. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/04838
Datum 17 oktober 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 november 2021, nummer 21-002818-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.