Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1116
Belaging: ontoereikend bewijs stelselmatigheid.
HR 10-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2577
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/02458
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2577, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1025, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑08‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑09‑2016
- Wetingang
Art. 285b Sr
Essentie
Belaging: ontoereikend bewijs stelselmatigheid.
In aanmerking genomen hetgeen de bewijsmiddelen inhouden omtrent de aard en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van de aangever, is ’s hofs oordeel dat sprake is van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zonder nadere motivering niet begrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 26 april 2016, nummer 23/002587-14, in de strafzaak tegen: H., adv.: mr. G. Spong, te Amsterdam.