Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1118
Uit de bewijsvoering kan niet zonder meer volgen dat verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.
HR 10-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2587
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/04840
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2587, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1038, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑08‑2017
Essentie
Uit de bewijsvoering kan niet zonder meer volgen dat verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 16 oktober 2015, nummer 20/000450-15, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. J.C. Oudijk, te Venlo.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. De verdachte is bij arrest van 16 oktober 2015 door het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch wegens “overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994” veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken, met een proeftijd van twee ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.