Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1096
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Bevoegdheid Ontvanger tot verrekening op grond van art. 24 lid 1 Invorderingswet 1990 in faillissement fiscale eenheid; toepasselijkheid art. 53 lid 1 Fw.
HR 13-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2627
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
17/01773
- Conclusie
A-G mr. P.J. Wattel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Invordering / Verrekening
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2627, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1056, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Bevoegdheid Ontvanger tot verrekening op grond vanart. 24 lid 1 Invorderingswet 1990 in faillissement fiscale eenheid; toepasselijkheid art. 53 lid 1 Fw.
Op grond van art. 24 lid 1 derde volzin Invorderingswet 1990 is art. 53 Fw van toepassing bij de verrekening op grond van art. 24 Invorderingswet 1990. Art. 24 lid 1 vierde volzin Invorderingswet 1990 behelst dat de verrekening op grond van art. 24 lid 1 Invorderingswet 1990 ook mogelijk is met vorderingen en schulden van maatschappijen die in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.