Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/227a
227a Uitleg polisvoorwaarden
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691759:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AE4158, NJ 1981/635 met nt. C.J.H. Brunner. Bij de uitleg van een beding in een WAM-overeenkomst gelden de maatstaven van het arrest DSM/Fox (HR 20 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1427, NJ 2005/493 met nt. C.E. du Perron).
Asser/Wansink, Van Tiggele en Salomons 7-IX 2019/341-342.
Zie voor de gezichtspunten bij de objectieve uitleg vooral Van Tiggele-Van der Velde 2012 en Van Boom 2020.
HR 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793, NJ 2008/284 (Chubb/Dagenstaed); zie ook Valk 2016b, p. 37 e.v., 57 en 58. Op de vraag of niet te gemakkelijk (en zonder motivering) gekozen wordt voor het voornamelijk taalkundig uitleggen van de polisvoorwaarden ga ik in het kader van dit onderzoek niet in.
HR 14 juni 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE0659, NJ 2003/112 met nt. Jac. Hijma (Bramer/Colpro). Het staat de rechter vrij, binnen de grenzen van de rechtsstrijd, alle behoorlijk te zijner kennis gebrachte en ten processe gebleken feiten en omstandigheden in zijn beoordeling te betrekken (o.m. HR 12 december 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2525, r.o. 3.5, NJ 1998/224); hij is daarbij niet beperkt tot feiten en omstandigheden die door een partij voor door haar ingeroepen rechtsgevolgen zijn aangevoerd.
HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1295, NJ 2012/687 met nt. T. Hartlief en M.M. Mendel (Onderlinge/NN; goed werkgeverschap (art. 7:611 BW)).
HR 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793, NJ 2008/284 (Chubb/Dagenstaed), HR 26 februari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK4995, NJ 2011/474 met nt. H.J. Snijders (Van Kessel/NN) en HR 13 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:601, NJ 2018/463 met nt. S.D. Lindenbergh, AV&S 2018/17 met nt. J.H. Wansink (shaken babysyndroom).
HR 18 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:942, NJ 2015/20 met nt. M.M. Mendel en H.B. Krans (Achmea/Rijnberg). Zie ook Hoekstra 2021.
HR 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793, NJ 2008/284 (Chubb/Dagenstaed).
Richtlijn 93/13/EEG. Uitgegaan wordt van een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende consument (HvJ 30 april 2014, ECLI:EU:C:2014:282, NJ 2014/355 met nt. M.R. Mok (Kásler)).
Het transparantievereiste (het Transparanzgebot) moet ruim worden opgevat (HR 22 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1830, NJ 2022/204 met nt. Jac. Hijma (ABNAMRO/Euribar)); de Europese rechtspraak (HvJ 30 april 2014, ECLI:EU:C:2014:282, NJ 2014/355 (Kásler) en HvJ EU 23 april 2015, ECLI:EU:C:2015:262 (Van Hove/CNP Assurances)) wordt in dit arrest op dit punt weergegeven. Zie ook de conclusie van A-G T. Hartlief, ECLI:NL:PHR:2020:455 vóór HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1736, RvdW 2020/1179, Asser/Wansink, Van Tiggele & Salomons 7-IX 2019/338-339, HvJ EU 28 juli 2018, ECLI:EU:C:2016:612, NJ 2018/188 met nt. Th.M. de Boer (Verein für Konsumenteninformation/Amazon) en Jac. Hijma 2016b, p. 49 e.v.
HR 16 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:83, NJ 2015/263 met nt. M.M. Mendel (TVM/Y). In het kader van de toepassing van de Richtlijn is uitleg contra proferentem een regel van dwingend recht (Asser/Wansink, Van Tiggele & Salomons 7-IX 2019/338-339. Zie ook J. Hijma 2016b/23a).
Zie bijv. Hof Den Haag 24 september 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2459.
HvJ EU 30 mei 2013, ECLI:EU:C:2013:341, NJ 2013/487 met nt. M.R. Mok (Asbeek Brusse; zo nodig buiten de grieven om).
Zie hierover H.B. Krans, NTBR 2019/10 n.a.v. HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1800, NJ 2020/68 met nt. S.D. Lindenbergh, AA 2020/01 p. 60 met nt. W.H. van Boom (AOV/NN).
Hoever de dekking reikt is afhankelijk van de inhoud van de verzekeringsovereenkomst en de daarop toepasselijke (polis)voorwaarden.1 Voor de uitleg van voorwaarden, waaronder verzekeringsvoorwaarden, is het Haviltex-criterium bepalend.2 Voor polisvoorwaarden geldt dat, ervan uitgaande dat daarover niet is onderhandeld (eenzijdig is opgelegd),3 de uitleg daarvan met name afhankelijk is van objectieve factoren zoals de bewoordingen waarin de desbetreffende bepaling is gesteld,4 gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel en van de in voorkomend geval bij de polisvoorwaarden behorende toelichting.5
Voorbeeld
Wanneer partijen het bijvoorbeeld niet eens zijn over de uitleg van een polisbepaling en in de polisvoorwaarden komt een andere bepaling voor die helderheid verschaft over de betekenis, dan kan de rechter die bepaling uitleggen in de betekenis daarvan die hij elders in de polisvoorwaarden leest, ook al hebben partijen die andere bepaling niet genoemd.6 Bij de uitleg mag acht worden geslagen op de functie die deze polisvorm in het maatschappelijk verkeer vervult en de daarop gebaseerde verwachtingen van verzekerden; die kan een ruime dekkingsomvang rechtvaardigen.7
Onder omstandigheden kunnen ook andere openbare bronnen bij de uitleg van standaardpolisvoorwaarden worden betrokken, mits deze voor een ieder toegankelijk zijn; in dat kader kan ook betekenis toekomen aan branche-opvattingen en/of beursgebruiken, wettelijke bepalingen of literatuur.
Daarbij valt te denken aan relevante regelgeving in het kader van zelfregulering binnen het Verbond van Verzekeraars. Deze regels verplichten de leden ervan op een bepaalde wijze uitvoering te geven aan hun verplichtingen uit hoofde van een verzekeringsovereenkomst en bepalen aldus mede wat verzekeringnemer en verzekerde van de verzekeraar mogen verwachten.8 Deze regels zijn niet afkomstig van de wetgever en zijn dus geen recht in de zin van art. 79 RO.9
Een verzekeraar dient de grenzen waarbinnen hij bereid is om dekking te verlenen, te omschrijven op een wijze die voor de verzekeringnemer op grond van voormelde objectieve factoren voldoende duidelijk kenbaar is.10 Een verzekerde moet zich immers bewust (kunnen) zijn van de – verstrekkende – consequentie van het (mogelijk) ontbreken van dekking.
Uitleg consumentenverzekeringsovereenkomst
Is de verzekeringsovereenkomst door de verzekeringnemer aangegaan als consument, dan kunnen kernbedingen niet op eerlijkheid worden getoetst, wel op duidelijkheid en begrijpelijkheid (art. 4 lid 2 Richtlijn oneerlijke bedingen).11 Het gaat erom of de consument de draagwijdte van het beding al dan niet heeft begrepen, ook al is het uit grammaticaal oogpunt correct opgesteld. Blijkt dat een artikel van de polisvoorwaarden niet voldoende begrijpelijk was voor de verzekeringnemer, dan valt dit kernbeding wel onder de reikwijdte van de richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten en van de afdeling algemene voorwaarden van het BW (art. 6:238 lid 2 eerste volzin jo. art. 6:233, aanhef en onder a BW).12 Bij twijfel over de uitleg van een beding geldt de voor de consument meest gunstige uitleg (art. 5 richtlijn oneerlijke bedingen en art. 6:238 lid 2 tweede volzin BW).13 Indien geen twijfel over de betekenis van een gebruikt begrip/woord in de zin van de polisvoorwaarden bestaat, hoeft ook ingeval van een consument-verzekeringnemer geen toepassing te worden gegeven aan de contra-proferentem uitleg van art. 6:238 lid 2 BW.14
Valt een beding in de polisvoorwaarden onder de reikwijdte van de richtlijn oneerlijke bedingen en geldt een beding als oneerlijk, dan is de rechter verplicht om het beding buiten toepassing te laten.15 Een beding in polisvoorwaarden kan ook uitgelegd worden als een vaststellingsovereenkomst of een bewijsovereenkomst; getoetst aan de richtlijn oneerlijke bedingen kan het oneerlijkheidsoordeel dan anders uitvallen.16