Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/Hoofdstuk 10:Hoofdstuk 10 Processuele rechtsregels en bevrijdende verweren
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 10 Processuele rechtsregels en bevrijdende verweren
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691602:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
347 Introductie10.1 Onderscheid exceptief verweer en principaal verweer10.2 Moet verweerder een beroep doen op een bevrijdend verweer, of mag of moet de rechter in bepaalde gevallen ambtshalve een beslissing nemen over een eventueel bevrijdend verweer?10.3 Taakverdeling met betrekking tot verweermiddelen op grond van het uitgangspunt van partijautonomie10.4 Onder omstandigheden mag de rechter ambtshalve een rechtsregel in het debat bespreken10.5 Uitgangspunt blijft de afhankelijkheid van de rechter van een gevoerd verweer, maar de rechter krijgt van de kant van de Hoge Raad procedureel een ambtshalve te verrichten taak toebedeeld10.6 De wet geeft aan dat de rechter ambtshalve een feit mag aanvullen of een rechtsregel toepassen10.7 De rechter moet ambtshalve aanvullen, toepassen en toetsen10.8 Zaken die niet de openbare orde of met de openbare orde vergelijkbare consumentenzaken betreffen10.9 Andere koers met betrekking tot het processuele verschil tussen recht van openbare orde en (gewoon) dwingend recht?10.10 Eindconclusie partijautonomie